Stofnaam
|
Betrokken benzodiazepines /Z-producten
|
Mechanisme
|
Interventieklasse
|
Maatregelen
|
Versterkte werking benzodiazepine
|
Farmacodynamisch mechanisme
|
ACE-inhibitoren
|
Midazolam (als narcosemiddel)
|
Door een verminderde adrenerge compensatie en inhibitie van het RAAS-systeem kan hemodynamische instabiliteit of een sterke bloeddrukdaling optreden.
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Het is mogelijk om een narcose in te leiden tijdens een behandeling met ACE-remmers. Anesthesisten moeten echter wel geïnformeerd worden over de behandeling met ACE-remmers.
|
Alcohol
|
Alle benzodiazepines, zopiclon, zolpidem
|
Additieve centraal deprimerende effecten (vanaf 0,5 promille alcohol in het bloed).
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Combinatie te vermijden. In geen geval mogen er grote hoeveelheden alcohol gedronken worden.
|
Buprenorfine
|
Alle benzodiazepines
|
Vermoedelijk liggen additieve of synergetische effecten op de ademhaling aan de basis van deze interactie.
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Opioïd-afhankelijke patiënten mogen geen benzodiazepines gebruiken. Bij andere patiënten is een reductie van de benzodiazepinedosis aangewezen.
|
Farmacokinetisch mechanisme
|
Azoolderivaten (alle)
|
Benzodiazepines met oxidatief metabolisme*
|
Remming van de oxidatieve afbraak (CYP3A4) van de betrokken benzodiazepines.
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Indien nodig moet de dosis verminderd worden. Alternatieve benzodiazepines zijn oxazepam en lorazepam. Ook opgelet bij buccale applicatie van miconazol.
|
Itraconazol
Ketoconazol
Voriconazol
Miconazol
|
Midazolam, triazolam
|
De genoemde azoolderivaten remmen op een concentratieafhankelijke manier CYP3A4.
|
Uit voorzorg gecontra-indiceerd
|
Tijdens een behandeling met itraconazol, ketoconazol, voriconazol alsook buccaal aangewend miconazol, is het gebruik van orale preparaten van midazolam of triazolam gecontra-indiceerd. Ook bij vaginale toediening van miconazol moet men rekening houden met de interactie. Alternatieve benzodiazepines zijn, naargelang de indicatie, oxazepam en lorazepam.
|
Fluconazol
Posaconazol
|
Midazolam (orale toediening), triazolam
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Het klinisch beeld van de patiënten bijzonder zorgvuldig opvolgen en indien nodig de dosis midazolam of triazolam aanpassen.
|
Diltiazem
Verapamil
|
Alprazolam, midazolam, triazolam
|
Remming van de oxidatieve afbraak (CYP3A4) van de betrokken benzodiazepines.
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Letten op symptomen van toegenomen werking van de benzodiazepines. Indien nodig de dosis reduceren.
|
Efavirenz
|
Midazolam, triazolam
|
Uit voorzorg gecontra-indiceerd
|
Alternatieve benzodiazepines zijn, naargelang de indicatie, lorazepam, lormetazepam en oxazepam.
|
Cobicistat
|
Midazolam, triazolam
|
Remming van de oxidatieve afbraak (CYP3A4) van de betrokken benzodiazepines.
|
Gecontra-indiceerd
|
De gelijktijdige behandeling met midazolam, triazolam en de CYP3A4-remmer cobicistat is gecontra-indiceerd.
|
HIV-protease -inhibitoren (alle incl. ritonavir)
|
Benzodiazepines met oxidatief metabolisme
|
Remming van de oxidatieve afbraak (CYP-enzymen) van de betrokken benzodiazepines.
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Indien mogelijk de combinatie vermijden. Bij concomitante behandeling patiënten nauwkeurig controleren op versterkte centraal onderdrukkende en ademhalingsdepressieve effecten. Een dosisreductie van de benzodiazepines kan vereist zijn. Alternatieve benzodiazepines zijn oxazepam, lorazepam en lormetazepam.
|
Midazolam (orale toediening), triazolam
|
HIV-proteaseremmers kunnen de biotransformatie van triazolam en midazolam via CYP3A4 remmen.
|
Gecontra-indiceerd
|
Triazolam of oraal midazolam zijn tijdens een behandeling met HIV-proteaseremmers gecontra-indiceerd. Alternatieve benzodiazepines zijn, naargelang de indicatie, lorazepam, lormetazepam en oxazepam.
|
Ritonavir
|
Midazolam (parenteraal)
|
Remming oxidatieve afbraak van midazolam ter hoogte van CYP3A4.
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Parenterale toediening kan enkel op intensieve zorgen met nauwlettende opvolging algemene toestand. Een dosisaanpassing van midazolam kan nodig zijn.
|
Ritonavir (hooggedoseerd)
|
Clorazepaat, diazepam, flurazepam
|
Hooggedoseerd ritonavir remt de afbraak via CYP3A4 van de genoemde benzodiazepines in sterke mate.
|
Uit voorzorg gecontra-indiceerd
|
Alternatieve benzodiazepines zijn oxazepam, lorazepam en lormetazepam.
|
Ivacaftor
|
Alprazolam, diazepam, midazolam, triazolam
|
Ivacaftor en zijn metaboliet hydroxymethyl-ivacaftor remmen CYP3A4.
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Indien de gelijktijdige behandeling met ivacaftor en de genoemde benzodiazepines onvermijdelijk is, moet bij de patiënten voorzichtigheidshalve op versterkte effecten gelet worden. De benzodiazepines lorazepam, lormetazepam, oxazepam worden niet oxidatief afgebroken en komen, naargelang de indicatie, in aanmerking als alternatief.
|
Macrolide-antibiotica (excl. azithromycine)
|
Benzodiazepines met oxidatief metabolisme
|
Remming van de oxidatieve afbraak (CYP3A4) van de benzodiazepines.
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Indien mogelijk de combinatie vermijden. Bij concomitante behandeling moeten patiënten nauwkeurig gecontroleerd worden op een toename van de sedatieve effecten. Een dosisreductie van de benzodiazepines kan vereist zijn. Alternatieve benzodiazepines zijn oxazepam, lorazepam, lormetazepam.
|
Pompelmoes
|
Brotizolam, flunitrazepam, midazolam, triazolam, zolpidem
|
Irreversibele remming van CYP3A4 in de darmwand door pompelmoes(sap).
|
Gelijktijdig gebruik niet aanbevolen
|
Tijdens de behandeling met de betrokken geneesmiddelen moet men de consumptie van pompelmoes(bereidingen) vermijden. De irreversibele remming van CYP3A4 kan meerdere dagen aanhouden, waardoor het niet volstaat om enkel een gelijktijdige inname te vermijden.
|
Idelalisib
|
Midazolam, triazolam
|
Idelalisib kan de oxidatieve afbraak van CYP3A4-substraten remmen.
|
Gelijktijdig gebruik niet aanbevolen
|
Idelalisib mag niet gelijktijdig gegeven worden met midazolam of triazolam. Alternatieve benzodiazepines zijn oxazepam, lorazepam en lormetazepam.
|
Proteïnekinase-inhibitoren
|
Midazolam, triazolam
|
Inhibitoren van proteïnekinasen remmen de oxidatieve afbraak door CYP3A4.
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
De combinatie moet zo mogelijk vermeden worden. Indien de combinatie onvermijdelijk is, moet het klinisch beeld van de patiënten zorgvuldig gecontroleerd worden.
|
Valproïnezuur
|
Lorazepam
|
Valproïnezuur remt vermoedelijk de glucuronidatie van lorazepam.
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
De dosis van lorazepam moet met 50% verlaagd worden.
|
Onbekend mechanisme
|
Clozapine
|
Alle benzodiazepines
|
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Bij start van een gelijktijdige behandeling moet rekening gehouden worden met een mogelijke bloeddrukdaling en ademhalingsdepressie. De dosis van clozapine moet voorzichtig opgebouwd worden en controle van klinische parameters is noodzakelijk. Indien een benzodiazepine wordt opgestart moet dit ook voorzichtig gebeuren.
|
Verminderde werking benzodiazepine
|
Farmacokinetisch mechanisme
|
Dabrafenib
|
Diazepam, midazolam, triazolam, zolpidem
|
Dabrafenib is een inductor van de CYP-enzymen. De enzyminductie treedt ongeveer na 3 dagen van herhaalde toediening in.
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Bij gelijktijdige behandeling met dabrafenib moet de patiënt zorgvuldig worden gecontroleerd op een voldoende werkzaamheid van het benzodiazepine. De doseringen moeten indien nodig aangepast worden.
|
Lumacaftor
|
Midazolam, triazolam
|
Lumacaftor induceert CYP3A4, dat de oxidatieve afbraak van midazolam en triazolam katalyseert.
|
Gelijktijdig gebruik niet aanbevolen
|
De gelijktijdige behandeling met midazolam of triazolam en lumacaftor/ivacaftor wordt niet aanbevolen.
|
Rifampicine
|
Midazolam en triazolam, alprazolam, brotizolam, clonazepam, diazepam, flurazepam en nitrazepam.
|
Inductie van CYP3A4 door rifampicine.
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Aangezien midazolam en triazolam tijdens een behandeling met rifampicine nagenoeg onwerkzaam kunnen zijn, moeten andere narcotica of hypnotica toegediend worden. Bij de overige benzodiazepines moet men rekening houden met een eventueel verminderde werking, ook tot 4-5 weken na het stopzetten van rifampicine.
|
Sint-janskruid
|
Alprazolam, brotizolam, midazolam, nitrazepam, zopiclon
|
Sint-janskruid induceert CYP3A4, CYP2C19 en het P-glycoproteïne.
|
Gelijktijdig gebruik niet aanbevolen
|
Voorzichtigheidshalve moet de inname van sint-janskruid vermeden worden.
|
Sterke CYP-inductoren
|
Zolpidem, zopiclon
|
Inductie van de CYP-enzymes kan de afbraak van zolpidem en zopiclon versnellen.
|
Opvolging van de patiënt of aanpassing(en) vereist
|
Alternatieve hypnotica zijn lorazepam, lormetazepam.
|